Vechter

Ad is geboren en opgegroeid in Westkapelle. “Toen ik 15 jaar was, kreeg ik mijn eerste epileptische aanval. Dit ontstond eigenlijk heel plotseling. Ik viel en maakte spastische bewegingen. Dat was behoorlijk schrikken. Sindsdien is de epilepsie niet meer weggegaan”, vertelt Ad. Op zijn 21e kwam daar nog een hersenvliesontsteking bij. Ad: “Dit was een hevige ontsteking met hoge koorts. Ik werd opgenomen in het ziekenhuis. Het was de vraag of ik het wel zou redden. Gelukkig knapte ik na een week of twee op en mocht ik naar huis.” Op zijn 29e kreeg Ad weer een hersenvliesontsteking. “De epileptische aanvallen werden daardoor heviger. Tijdens de aanvallen kreeg ik enorme hoofdpijn en kon ik geen licht en geluid verdragen. Dit zorgde ervoor dat ik soms dagen in bed lag met de gordijnen dicht. Zo had ik in mijn jonge jaren al best wat meegemaakt. Ik ben daardoor een vechter geworden. Ik dacht telkens: ‘Dit zal me niet klein krijgen’”, blikt Ad terug.

Eerste liefde

Toen Ad 16 jaar was, ontmoette hij zijn vrouw in Westkapelle. Ad: “Het was de strenge winter van ’63. Jopie, mijn latere vrouw, woonde bij mij in de buurt, een paar straten verderop. We kwamen elkaar tegen op het ijs, tijdens het schaatsen. Dat was heel romantisch. We kregen verkering, hoewel dat van onze ouders nog niet mocht. We waren ook nog heel jong, natuurlijk. Dit zorgde voor stiekeme ontmoetingen, wat het ook wel leuk maakte. Ik ben heel mijn leven bij mijn eerste liefde gebleven.”

Steun en toeverlaat

Zijn vrouw heeft altijd voor hem gezorgd, toen Ad epileptische aanvallen kreeg. “Ze wist precies wat ik op dat moment nodig had. Het was ook fijn dat zij de aanvallen zag aankomen. Dat heb ik zelf namelijk niet altijd door. Ze hield me goed in de gaten en was mijn steun en toeverlaat.” Ad en Jopie kregen samen twee zoons. “Ze hebben allebei een goed stel hersens”, vertelt Ad trots. “Na hun studie op de universiteit kregen ze een goede baan. De een woont in Rotterdam en de ander in Breda.”

Het was niet verantwoord om alleen te blijven wonen. Ik wist dat dit het beste was voor mijn gezondheid.
Ad van Sighem

Verhuizing naar SVRZ

Helaas sloeg twee jaar geleden het noodlot toe, toen de vrouw van Ad ziek werd. “Ze kreeg een scan in het ziekenhuis, omdat ze problemen had met haar darmen. Op de scan was een tumor te zien in haar linker nier. Die tumor groeide heel snel. Ze is met spoed geopereerd. Haar nier is weggehaald, maar er ontstond op die plek een kwaadaardige kankersoort met uitzaaiingen in de rest van haar lichaam. De arts gaf haar nog een paar weken. Ze mocht naar huis om daar te sterven. Twee dagen later is ze overleden. Het is heel snel gegaan”, blikt Ad terug. Op advies van de huisarts is Ad een week later al verhuisd naar een zorglocatie. “Het was niet verantwoord om alleen te blijven wonen. Als ik een aanval zou krijgen, zou er niemand in de buurt zijn om me op te vangen. Het was natuurlijk vervelend dat ik zo kort na het overlijden van mijn vrouw moest verhuizen, maar ik wist dat dit het beste was voor mijn gezondheid.”

Vrijheid

Dat Ad naar Simnia wilde, stond buiten kijf. Ad: “Voor mijn werk voor de kerk had ik al veel Zeeuwse zorgorganisaties bezocht. Bij Simnia had ik gelijk een goed gevoel. Bovendien ligt Simnia vlakbij Westkapelle. Dat was voor mij belangrijk, omdat ik dan zelf nog gemakkelijk op bezoek kan gaan bij familie en vrienden uit mijn dorp.” En eropuit gaan doet hij graag. Ad heeft een gps-horloge waarmee hij zelfstandig kan wandelen of fietsen. “Als ik val of als het niet goed met mij gaat, weten ze waar ik ben. Dat is een fijne gedachte. Ook heb ik een fiets met drie wielen, op aanraden van de medewerkers hier. Hiermee kan ik door heel Walcheren fietsen, op een veilige manier. Het geeft me de vrijheid die ik eigenlijk nooit gekend heb. Fietsen was niet veilig met mijn epilepsie en autorijden mocht ik niet van de artsen. Ik fiets dan ook graag. Zo blijf ik een beetje in beweging!”

Epilepsie

Niet alleen zijn gps-horloge geeft Ad een veilig gevoel. Ook het wonen bij SVRZ bevalt goed. Ad: “Het liefst zou ik natuurlijk thuis willen blijven wonen, maar dat kan nu eenmaal niet meer met mijn epilepsie. Ik heb zorg nodig. Ze houden mij hier goed in de gaten. Als ik een aanval heb, signaleren ze dat snel. Zo ook afgelopen donderdag: mijn ogen draaiden opeens weg. De zorgmedewerker zag het meteen en legde mij op bed. Ik krijg dan medicijnen waar ik rustig van word, om te voorkomen dat ik kramp krijg in mijn lichaam. Het is een veilig idee dat er altijd iemand in de buurt is als het fout gaat. Net als dat mijn vrouw dat altijd voor mij heeft gedaan.” De epileptische aanvallen die hij heeft, variëren per keer. “Ik heb verschillende medicijnen geprobeerd. Helaas zonder succes. Ook heb ik een ingrijpende hersenoperatie ondergaan, maar die mislukte. Het was een te groot risico om alle haarden van epilepsie in mijn hersenen weg te halen. Ik heb een vorm die lastig te behandelen is. Het is dan ook fijn dat ik bij SVRZ de zorg krijg die ik nodig heb.” Ad merkt dat het aantal aanvallen is afgenomen: “Toen ik jong was, had ik gemiddeld een aanval per week. Die aanvallen duurden soms wel een paar dagen. Ik voel me nu goed en ben dankbaar voor de tijd die ik nog krijg. Mijn conditie is vooruitgegaan. Ik denk dat dat ook een positief effect heeft op mijn epilepsie.”

Tuinieren

Ad voelt zich inmiddels thuis in Simnia: “Ik heb leuk contact met andere bewoners en doe graag mee aan activiteiten. Ik vind het vooral leuk om spelletjes te spelen, zoals kaarten of Pim-pam-pet. Ook houd ik van tuinieren. Mijn vrouw en ik hadden altijd een grote moestuin met groente en fruit uit ieder seizoen. In Simnia kan ik mijn hobby voortzetten. Ik help graag bij het onderhouden van de tuin en balkons. Als ik dan weer bloembakken heb gevuld met mooie, kleurrijke bloemen, geniet ik daar enorm van!”